Bederf
Bederf wil zeggen dat micro-organismen voedsel ongeschikt maken voor consumptie.
Gewoon voedselbederf is te ruiken: de eiwitsplitsing of rotting, de ransheid (splitsing van vetten), verzuring vooral van suikerhoudende producten en. te zien: de aanwezigheid van schimmels op een appel, de groene verkleuring van vleeswaren. |
Een aparte vorm van bederf is de onzichtbare aanwezigheid van schadelijke micro-organismen , een voedingsmiddel kan nog wel eetbaar lijken en toch grote aantallen ziekteverwekkers (zie voedselinfectie) of gifstoffen (zie voedselvergiftiging) bevatten.
Bederf heeft veel te maken met goed of slecht bewaren:
Alle voedsel is wat samenstelling betreft ook geschikt voor micro-organismen die overal aanwezig zijn, het is dus zaak deze kleine mee-etertjes het leven zo moeilijk mogelijk te maken zodat ze ons niet voor zijn bij het nuttigen ervan.
Bederf is te verhinderen of uit te stellen door:
- besmetting te voorkomen
- micro-organismen tijdens de bereiding onschadelijk te maken
- het product groeiremmende eigenschappen te geven.
- het voedsel goed te verpakken, en
- het koel te bewaren en/of zo snel mogelijk op te eten
- een lage wateractiviteit
Welke micro-organismen een levensmiddel bederven hangt erg af van die maatregelen en de eigenschappen van het voedsel.
Vlees bederft snel door bacteriën, koekjes pas na lange tijd door schimmels.
Gepasteuriseerde melk is enkele dagen koel te bewaren en gesteriliseerde melk maanden buiten de koelkast. Elk product heeft zijn eigen micro-organismen die uiteindelijk kunnen gaan groeien. Die flora (microbioom) wordt ook wel associatieflora of bederfflora genoemd. Die flora voorspelt ook welke ziekteverwekkers zich het beste thuis voelen op dat product.