Biochemische eigenschappen

Biochemische eigenschappen.

Wat kunnen ze wel en wat niet?

Met enkele eigenschappen kun je al heel ver zie Schema voor grampositieve en gramnegatieve bacterien

De voedingsbodems voor de biochemische testen kunnen op het lab zelf in buizen en platen gemaakt worden : klassieke bonte rij, maar er zijn ook kant en klare testen waarbij de media in droge vorm in kleine plastic  buisjes ( die samen een strip vormen) zitten die dan snel en gemakkelijk beent kunnen worden met en suspensie van de te onderzoeken cultuur. Na het aflezen van de  resultaten kan je de gegevens invoeren waarna ze met een database worden vergeleken en de conclusie wordt getrokken : naam van de bacterie en betrouwbaarheid van de bepaling.

een bekend voorbeeld is de
API strip:api

De biochemische kenmerken nader bekeken 

Hieronder een aantal biochemische testen ingedeeld op stofwisselingstype:

Stofwisseling Testen
Assimilatie van bepaalde koolstof verbinding Auxanogram
Citraattest
Dissimilatie van bepaalde koolhydraten gasvorming met durhambuisje
Hugh-Leifsontest of OF-test
TSI-agar en
Kligleragar
Methylroodreactie
Voges-Proskauerreactie
afbraak van bepaalde eiwitten / aminozuren/ ureum lysinedecarboxylatie
gelatineafbraak
indoltest
Omzetting van complexe verbindingen hemolyse
ovolyse
zetmeelafbraak
Reductie van anorganische stoffen nitraatreductie
sulfidevorming
De aanwezigheid van bepaalde enzymen

oxydase
katalase
coagulase
ß-galactosidase

 

   

Vaak worden eigenschappen zichtbaar gemaakt met een pH-indicator of door een reagens aan de cultuur toe te voegen waarbij een gekleurde verbinding ontstaat. Omdat meestal een aantal verschillende reacties tegelijk worden onderzocht ontstaat er bij de beoordeling een bonte rij buizen, reden waarom bij de biochemische determinatie vaak spreekt van een bonte rij.

Een bekende korte bonte rij is de IMViC test bestaande uit de Indoltest, de Methylroodtest, de Voges Proskauertest en de Citraattest.

Maar ook tijdens de isolatie of telling kan men op een selectieve plaat al dankzij de biochemische eigenschappen van een bacterie aan het uiterlijk de gezochte bacterie herkennen. Zie selectieve platen met als voorbeelden selectieve en electieve platen voor Salmonella, Bacillus cereus en de enterobacteriën (als groep).

Elke stofwisselingseigenschap is afhankelijk van een enzym. Een micro-organisme moet dus een enzym (of meerder enzymen) hebben voor een bepaalde eigenschap. Enzymen zijn eiwitten. En het vermogen om een bepaald eiwit te vormen ligt vast in het DNA. Een stofwisselingskenmerk is dus erfelijk vastgelegd.
DNA-typering is daarom de identificatie-methode bij uitstek.