Inleiding
Een algemeen medium is een medium zonder stoffen die een remmende invloed hebben op de groei van een groep micro-organismen.Het is de tegenhanger van de selectieve voedingsbodem. Bekende voorbeelden zijn bouillonagar, bouillon en plate count agar. Het wil niet zeggen dat letterlijk alle micro-organismen erop willen groeien.
Het gebruik van een algemeen vloeibaar medium in de praktijk
In een aantal gevallen breng je een monster (kweek je micro-organismen) in een algemeen vloeibaar medium. Dit gebeurt onder andere als eerste stap bij de Salmonellabepaling om de bacterie in een goede conditie te krijgen voor het vervolg van de bepaling, de zogenaamde resuscitatie. Resuscitatie wordt ook bij andere bepalingen toegepast als een micro-organisme in voor hem slechte omstandigheden heeft verkeerd en je kan verwachten dat het micro-organisme zonder resuscitatie de bepaling niet overleeft of in ieder geval niet goed gaat groeien en dus niet of in kleinere aantallen wordt aangetoond. Deze bepalingen zijn meestal bepalingen waarbij selectieve stoffen worden gebruikt.
Ook het kweken (vermeerderen) van reeds reingekweekte micro-organismen gebeurt in een algemeen vloeibaar medium.
Het gebruik van een algemene vaste voedingsbodem
Met agar-agar kan een voedingsbodem vast gemaakt worden, agar agar is zelf geen voedingsstof. (zie ook gieten van agarplaten).
Het grote voordeel hiervan is dat vrijwel alle micro-organismen hierop kolonies te vormen.
Hierdoor kan je micro-organismen reinkweken. Dit is onmisbaar voor de daaropvolgende determinatie.
Ook is een telling mogelijk: het zogenaamde totale kiemgetal.
Uiteraard tel je niet echt alle micro-organismen, de incubatietemperatuur, het al dan niet aeroob incuberen en een verhitting als voorbehandeling zorgen altijd voor een bepaalde selectie.
Zo spreekt men van het aantal aerobe mesofiele micro-organismen als men aeroob bij 30°C incubeert.
Van de micro-organismen die groeien is het in een aantal gevallen mogelijk om op de algemene voedingsbodem al aan het uiterlijk en de geur van de kolonie de bacterie te herkennen.
Ook kan van één bepaald micro-organisme (kolonie) een preparaat gemaakt worden en/of een oxidase of katalasetest uitgevoerd worden, tevens kan het micro-organisme verder rein gekweekt worden. Zo komen we weer stapje verder in het op naam brengen van een onbekend micro-organisme, zie schema
Rijke en arme voedingsbodems
De samenstelling van een medium waarop een bacterie goed kan groeien hangt dus af van de eisen die een bacterie stelt). Uiteraard moet CHONSP erin zitten, de vraag is echter in welke (molecuul)vorm deze elementen in het medium zitten. Een veeleisende melkzuurbacterie met twee linkerhanden heeft meer verschillende stoffen nodig dan de doe het zelver Escherichia coli. Toch zal deze laatste als hem een rijk medium wordt aangeboden geen nee zeggen, hij maakt dankbaar gebruik van de kant en klare verbindingen en gaat ze niet zelf meer maken :zonde van de energie die dat kost!! De energie die is niet alleen nodig voor het bouwen zelf, voordat het bouwen kan beginnen moet een bacterie ook het gereedschap- de enzymen- zelf maken.
Natuurlijke ingrediënten
Peptonen
Zo'n rijk medium waarin veel verschillende stoffen zitten hoeven we niet uit al die afzonderlijke stoffen te gaan samenstellen. Dus alle twintig aminozuren hoeven we niet één voor één af te wegen en daarna bij elkaar te gooien. Dat is bewerkelijk, duur en niet nodig. Omdat alle organismen eiwitten bevatten kan men ook vlees, melk of soja gebruiken. "Men" is in dit geval de fabrikant van de voedingsbodem. Omdat de eiwitten in de genoemde grondstoffen te groot zijn om de celmembraan te passeren wordt de grondstof met enzymen behandeld waardoor de eiwitten in kleine ketens van aminozuren worden gesplitst. Uiteraard zitten in vlees, melk, soja ook de andere (gesplitste) grote biomoleculen zoals DNA, RNA, fosfolipiden . De meeste bacteriën hebben wat betreft hun bouwstoffen genoeg aan pepton.
Andere natuurlijke ingrediënten
Melkzuurbacteriën krijgen daarnaast nog wat andere natuurlijke ingrediënten zoals bijvoorbeeld tomatensap.
Voor pathogenen is bloed een vaak gebruikte toevoeging. Ook andere extracten van dierlijke herkomst worden gebruikt.
Zo kan men uit de leefwijze van het te bepalen micro-organismen vaak wel afleiden welke voedingseisen het stelt.
Energiebron
De meeste bacteriën kunnen hun energie uit de pepton halen door daarin aanwezige aminozuren of vetten af te breken tot verbindingen die de energiestofwisseling in draaien. Zo bevat bouillonagar pepton (en geen aparte energiebron).
Een snellere groei wordt mogelijk gemaakt door een koolhydraat als energiebron toe te voegen en bijvoorbeeld glucose toe te voegen. Dit is dan ook bij zeer veel media het geval zoals bijvoorbeeld bij Plate Count Agar.
Buffer
Wat ook vrijwel altijd in een algemeen medium voorkomt is een buffer. Deze vangt de pH veranderingen op die het micro-organisme door zijn groei veroorzaakt. Vaak is er sprake van een fosfaatbuffer, deze is werkzaam in het neutrale gebied (optimum voor de meeste micro-organismen) en niet giftig.
Door de afbraak van aminozuren worden basische stoffen gevormd. Bij het gebruik van een koolhydraat als energiebron ontstaan er zuren.
Ook hebben de aminozuren in pepton een bufferende werking.
NaCl
Een micro-organisme wordt beïnvloed door de osmotische waarde van de omgeving, bijvoorbeeld de vloeistof waardoor hij wordt omringd. Een te groot verschil in concentraties opgeloste stoffen tussen "buiten en binnen" leidt tot problemen. Om dit te voorkomen wordt in veel gevallen NaCL toegevoegd.
Water
Uiteraard zijn alle voedingsstoffen opgelost in water. Dit water mag geen groeiremmende stoffen bevatten. Het micro-organisme heeft het water zelf ook nodig voor de vorming van de nieuwe cellen: een bacteriecel bestaat voor het grootste gedeelte uit water.
Synthetische en natuurlijke media
Uiteraard moet een micro-organisme alle stoffen die hij zelf niet kan maken in de voedingsbodem aangeboden krijgen. Hij mag de andere stoffen ook krijgen, hoeft ie ze zelf niet te maken.
Men kan deze stoffen allemaal afzonderlijk dus in zuivere vorm een voor een afwegen en bij elkaar doen. Een alternatief is het gebruik van natuurlijke ingrediënten zoals pepton, bloed, eidooier waardoor veel stoffen in een keer tegen lagere kosten in het medium terecht komen.
Het eerstgenoemde medium noemt men een synthetisch medium, voordelen zijn dat de samenstelling exact bekend is en het medium makkelijk reproduceerbaar is.
Nadelen zijn de hoge kosten, zeker bij veeleisende micro-organismen. In veel gevallen zijn micro-organismen zo niet te kweken omdat niet alle eisen bekend zijn.
Lees hier hoe je een voedingsbodem kunt maken.