pili helpen bacterie vooruit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Flagellen, fimbriae en F-pilus


Sommige bacteriën zijn beweeglijk, zie video, dankzij de aanwezigheid van flagellen. Flagellen zijn lange eiwitdraden en ook antigenen, de H antigenen bijvoorbeeld in E.coli O157:H7. Deze kunnen op verschillende plaatsen van de cel zijn ingeplant:

amphitrichlophotrich

peritrichmonotrich

De flagellen zitten niet op de celwand maar zijn goed in celwand en celmembraan verankerd. De draaiende beweging van de flagel kost energie in, die wordt gehaald uit de de proton motive force (zie ademhaling). In een homogene (overal evenveel opgeloste stoffen) oplossing is de beweging van de bacteriën ongericht. Wanneer ze echter een toename van de concentratie in de tijd signaleren (met receptormoleculen) blijven ze langer 1 kant op zwemmen, de zogenaamde positieve chemotaxis. Hetzelfde geldt voor andere 'geliefde' omstandigheden, zoals zuurstof, of juist geen zuurstof, licht etc. Omgekeerd wenden ze zich af van voor hun ongunstige omstandigheden : minder voedingsstoffen, desinfectiemiddel, zuurstof of juist geen zuurstof, de negatieve chemotaxis.Lees hier meer.
In de praktijk kan men de beweeglijkheid gebruiken om een bacterie te isoleren en of te determineren. Dit kan met behulp van een hangende druppelpreparaat, waarbij je de bacteriën in levende lijve onder de microscoop ziet bewegen.
Ook zonder microscoop kun je testen op beweeglijkheid, doordat bewegende bacteriën zich wel kunnen verplaatsen in een buis met een halfvast medium en de onbeweeglijke bacteriën op de entplaats vast blijven zitten en er bij de laatste maar plaatselijk groei te zien zal zijn en bij de beweeglijke bacteriën overal.
Op niet goed gedroogde agarplaten kunnen beweeglijke bacteriën de hele plaat overgroeien: de zogenaamde spreiders. plaat met zwermer

Flagellen hebben ook antigene eigenschappen, de antigenen op de flagel worden ook wel H-antigenen genoemd. Samen met de O-antigenen (buitenkant celwand) vormen ze de basis van de serotypering van Salmonellasoorten.

Spirochaeten hebben een inwendige flagel die ligt tussen twee celmembranen en bij de de lamge spiraalvormige bacterie een kurkentrekkerachtige schroevende beweging veroorzaakt.

Fimbriae of pili
zijn kleine eiwithaartjes . Pili zorgen er voor dat een (aërobe) bacterie aan de oppervlakte van een vloeistof blijft doordat de bacterien samen een velletje kunnen vormen en  zuurstof beschikbaar is.
Ook hechten bacteriën zich (door een specifieke stof: adhesine) met de fimbriae op weefseloppervlakken en spelen de pili zo een rol bij de infectie(mogelijkheden). Ook spelen ze een rol bij de beweeglijkheid over een oppervlak.
Een bekend voorbeeld is Escherichia coli bij urineweginfectie: om te voorkomen dat ze weggespoeld worden door urine, hechten de E. coli-bacteriën zich vast met behulp van pili. Er wordt nu onderzoek gedaan naar stoffen die de vorming van de pili voorkomen. En zo'n stof is gevonden. Lees hier wel engelstalig verder.Een mooi voorbeeld van een nieuwe manier om bacterien te bestrijden.

Bij de serotypering kunnen pili soms storend werken omdat de antigene eigenschappen van de pili op elkaar lijken.


Sexpilus of F-pilus (F van fertility)
Dit "uitsteeksel" (een cel kan er meer dan één hebben) is behulpzaam bij de overdracht van erfelijke informatie (DNA) naar een andere bacterie. Niet alle bacterien hebben een sexpilus , (ze zijn F+ of F- ) het is erfelijk bepaald en de eigenschap kan dus ook van de ene op de andere bacterie worden overgedragen.Zie ook DNA.

conjugatie